regular

Het bestaat

Mijn probleem bestaat echt. Eindelijk.

Jaren liep ik al met die knagende gedachten, dat ik iets had. Iets wat niet zo hoorde te zijn, een afhankelijkheid van iets dat in mijzelf ontbrak. Een chronisch menselijk tekort.

Het maakte me grillig.

Er waren dagen waarop dacht ik dat ik me aanstelde. Dat ik me er niet druk om moest maken. Dat zoveel anderen met dezelfde klachten rondliepen. Maar op andere dagen was mijn probleem groter en tastbaarder dan ooit. Voelbaarder ook. Kloppende hoofdpijn. Oncontroleerbare gedachten. Zweetaanvallen.

Op zulke momenten was ik de wanhoop nabij, wilde ik mijn hoofd tegen de muur bonken net zolang tot ik niets meer voelde. Meestal was er dan de redding, een eenvoudige maar zo nodige redding die mijn klachten deed verdampen, me het probleem voor me uit deed schuiven.

Toch zat het me dwars.

Ik werd boos. Boos dat de maatschappij dit faciliteerde, toejuichte, koesterde zelfs. Dat deze collectieve afhankelijkheid volledig geaccepteerd werd, uitgebuit en uitgemolken. Dat er een cultus omheen was ontstaan die de harde waarheid omsloot en meedogenloos verhulde.

Ik overwoog het al eerder, ermee naar een psycholoog te stappen, maar steeds was er weer die wijfeling: dit probleem was niet erkend. Niet officieel, niet in de Bijbel der psychiaters. Feitelijk bestond het niet. Wat zou zo iemand voor mij kunnen betekenen, zolang geen enkele vakgenoot mijn kwaal kende, laat staan serieus nam?

Het gebrek aan begrip brak me op. Ik worstelde ermee. Het vrat me op van binnen. Holde me uit. De leegte trachtte ik op te vullen, het maakte de kwaal alleen maar erger. Ik belandde in een vicieuze cirkel van steeds sterkere waanbeelden bij onthouding, hunkering naar die bevrijdende dosis.

Tot ik vanochtend het bericht las. Eindelijk die erkenning. De verklaring, nu zwart op wit. Ik ben niet alleen. Ik stel me niet aan. Ik ben er heus niet ernstig aan toe, maar ik mag praten over mijn probleem. Het bestaat.

Eindelijk is het moment aangebroken om vooruit te kijken. Op zoek naar lotgenoten die hun klachten ook serieus nemen. Misschien kan ik in therapie, leren omgaan met mijn zwakte.

Misschien, heel misschien, kan ik leren accepteren. En genieten.