Tikkertje. Vroeger vond ik het al een gevaarlijke bezigheid. Het begon altijd onschuldig en eindigde met blauwe plekken, door de lucht suizende ledematen en onherstelbare hersenbeschadigingen. Ik vermoed dat daar ook de uitdrukking “getikt zijn” vandaan komt.
Toch werd ik een tijdje geleden weer verleid tot een potje tikkertje. Alleen nu zou het veiliger zijn. Geen tikkertje op de openbare weg, maar in mijn eigen straatje. Tikkertje met weblogs. Een leuk aanbod, zo leek het in eerste instantie. Eindelijk zou ik na het spelen van het spel tevreden achterover kunnen hangen, en dan niet met één been in een stellage.
Echter, toen ik de instructies voor dit spel doornam, bekroop mij een gevoel van onbehagen. Dit was geen onschuldige digitale variant van het ouderwetse tijdverdrijf. Hier moest diep gegraven gaan worden. De opdracht: verras de lezers met vijf eigenschappen die ze niet achter je gezocht hadden.
Ik heb er een paar nachtjes over moeten slapen. Een paar meer nachtjes zelfs: het is inmiddels al bijna twee maanden later. Rumoer, nog bedankt voor het tikken. De blauwe plek op mijn rug is hersteld en ik ben er nu klaar voor. Ik hoop dat je het niet erg vindt dat ik zo lang op me heb laten wachten.
Laat ik jullie maar niet langer in spanning houden. Lees en huiver. Hier komt de andere kant van mijn medaille. De Ik achter al die schimmigheden. Eentje die je nooit voor mogelijk gehouden had. Of toch wel?
Wist je dat…
1: Ik eigenlijk een sportjunk ben? Dit schijnt altijd al zo geweest te zijn, als ik mijn moeder mag geloven in elk geval. Als klein jongetje zat ik altijd braaf te tekenen aan de eettafel. Tot ik zo eens per uur plotseling opsprong, een rondje om het blok rende, om vervolgens weer vol inspiratie verder te gaan met mijn artistieke performance.
2: Ik een loden strot heb? Dat komt door mijn streven om het maximale uit mijn theezakje te halen. ´s Ochtends zet ik dus steevast een halve liter thee, die ik vervolgens binnen een kwartier naar binnen giet. Het schijnt dat ik op termijn gestraft ga worden voor deze zuinigheid met een nare vorm van keelkanker.
3: Ik stiekem heel verlegen ben? Meestal verberg ik dat door oeverloos geouwehoer, maar als ik op het punt sta een vreemde aan te spreken wordt er meer geluid geproduceerd door mijn knikkende knieën dan mijn strottenhoofd. Dus dames: schroom niet om deze jongen te benaderen.
4: Ik een hekel aan honden heb? Het spijt me voor de liefhebbers van deze trouwe viervoeters, maar mij maak je niet blij met een lekkere snuit in mijn kruis. Ik snap best dat mensen hun liefde graag projecteren op deze sympathieke beesten, maar ik doe dat liever op soortgenoten. Die rennen tenminste niet de sloot in, om zich vervolgens zo dicht mogelijk bij jou op aandoenlijke wijze te ontdoen van alles wat ze uit dit sprankelende water mee hebben genomen op de kade.
5: Ik veel te veel nadenk? Om gek van te worden. Af en toe ook wel handig hoor, om vooruit gedacht te hebben. Maar wanneer stoppen die nare neuroontjes van mij eens met vuren? Wordt er dan altijd gewerkt aan de weg daarboven? Kan ik nooit eens even iets gedachteloos doen? Inmiddels heb ik er mee leren leven. Probeer ik mijn eeuwig spinnende hersentjes te gebruiken zo goed als ik kan. En ervoor te zorgen dat ik mijn omgeving er niet nodeloos mee vermoei. Helaas faal ik in dit laatste vooralsnog hopeloos. Dus bij deze de oproep: vergeef me, ik kan niet anders!
Dat was het dan. Ik voel me erg naakt, zoals ik hier zit met mijn laptop op schoot. Tijd om het stokje door te geven, maar niet zonder hem eerst in drie stukken te breken. Hmm, wie zullen we eens nemen. Allereerst natuurlijk mijn tegenblogger Alexander Verder verwacht ik weer een mooie kwinkslag en een uitnodigende titel van Pascalle. Tenslotte ben ik erg benieuwd naar de psychologische bespiegelingen van Danique. Dus, dames en heer: waar wachten jullie nog op?!