Over idealisme, ongelijke kansen en onbedoelde emoties
‘Dit is Frank. Frank vindt het geweldig als jij zijn nieuwe personal assistant wordt. Hè Frank?’ Frank knikt naar zijn moeder en produceert een klank die op enthousiasme lijkt. Hier had Sarah niet op gerekend. Na terugkomst uit Afrika had ze besloten ook hier mensen te gaan helpen, maar aan dit scenario had ze niet gedacht.
‘Frank is spastisch en zit in een rolstoel,’ vertelt zijn moeder. Frank kan niet praten en communiceert met een toetsenbord en kreten. Tot daar kon Sarah het allemaal nog prima hebben. Maar Frank is niet gewoon een man van pak ‘m beet een jaar of veertig. Frank is vijfentwintig.
Natuurlijk, professioneel gezien maakt leeftijd helemaal niet uit, maar voor Sarah voelt het feit dat hij maar vier jaar ouder is dan zij toch niet prettig aan. Als persoonlijk begeleider ga je niet alleen maar een rondje rijden of een spelletje schaak spelen. Je doet en deelt een dag per week alles met je client. Je bouwt een band op. En voor de negatieve effecten van die band is Sarah bang.
Ze besluit zich niet te laten kennen en gaat met haar nieuwe vriend op pad. Frank is dolgelukkig met zijn nieuwe aanwinst, kan zijn lol niet op. ‘Hij is nog nooit zo uitgelaten geweest!’ zegt zijn moeder als Sarah hem aan het eind van de dag komt terugbrengen. Sarah negeert haar opmerking wijselijk. Natuurlijk, zij vond het ook erg gezellig, maar ziet nu al op tegen de volgende afspraak. Op de fiets naar huis wordt het onbehaaglijke gevoel niet minder. Wat als straks…
De dagen die volgen doen Sarah goed. ‘Ach, ik stel me ook aan’, stelt ze zichzelf gerust. ‘Waarom zou zoiets escaleren? Ik kan gewoon als een vriendin voor hem worden, niets meer en niets minder. En mocht er iets gebeuren, dan kan ik gewoon eerlijk zeggen dat het beter is om een andere begeleider te zoeken.’
Met frisse moed belt ze een week later aan bij het huis waar Frank met zijn moeder woont. Frank had er al de hele week naar uitgekeken, vertrouwt zijn moeder Sarah toe. De ambivalentie is nog niet weg, maar dat is Sarah niet aan te zien. Ze is weer in topvorm. Dit is echt haar ding. Frank heeft weer de grootste pret en Sarah voelt haar nare gevoel langzaam wegstromen. ‘Wat een prachtbaan, denkt Sarah. ‘Waar krijg je tegenwoordig nog zoveel voldoening uit je werk als hier?’
Zo gaat het week in week uit. Sarah durft steeds meer met Frank. Bleef het eerst nog bij een rondje door het park, een paar weken later neemt ze hem al mee naar de dierentuin. De vriendschap lijkt gevestigd. Tot op een keer Frank zomaar vanuit het niets in huilen uitbarst. Sarah liet hem net de Haagse Grote Markt zien, waar nu zijn tranen in stromen op neerkletteren. ‘Wat is er aan de hand?’ vraagt Sarah wanhopig. Omstanders schieten verschrikt te hulp. ‘Moeten we het alarmnummer bellen?’
’Nee!’ snauwt Sarah. ‘Je belt toch ook geen 112 als een willekeurige andere persoon midden in de stad zijn tranen de loop laat?’ Ondertussen probeert ze de net nog ultiem gelukkig ogende jongen te kalmeren. Tussen de vragende blikken baant ze zich met de rolstoel een weg naar een rustiger plek. Daar komt hij enigszins tot bedaren, hoewel het snikken nog niet ophoudt. ’Zeg me wat er is,’ smeekt Sarah, ‘want zo kan ik niks voor je doen!’
Dan begint Frank te typen.
’Het = nie eerlijk. Je bent zo lief voor me. Ik verdien jou niet.’
’Wat bedoel je?’ Sarah probeert zijn blik te lezen, maar daar straalt niets vanaf dan intens verdriet. ‘Waarom verdien je dat niet?’
‘Jij verdient n gezonde man. Geen verliefde spast.’
Dus toch. Een onvoorstelbaar schuldgevoel overmeestert Sarah. Het is dus toch gebeurd. En dat terwijl ze alleen maar goed wilde doen. Het enige wat ze heeft bereikt is een diep ongelukkige jongen, die in de tijd van zijn leven beseft dat dit niet zijn leven is. Dan houdt ze het zelf ook niet meer. Diep snikkend omhelst ze haar client, vriend, maatje. Samen laten ze hun tranen de vrije loop. Dit had niet zo moeten zijn. Het kan niet verder zo. Frank begrijpt het. Hij moet op zoek naar een ander maatje. Eentje zonder negatieve effecten. Sarah weet het nu nog zekerder: zij blijft mensen helpen.