regular

Klaarwakker

Met wijdopen ogen inspecteer ik het afbladderende plafond. Ik lig nog geen minuut in mijn bed, maar ik weet het: vanavond gaat er niet veel van slapen komen. Inderdaad, ik was eigenwijs, maar ik had gewoon zó’n zin in koffie na het eten. Wat dat betreft ben ik simpeler dan de meest eenvoudige rebus: koffie plus alcohol betekent geen slaap voor drie uur.

Stoicijns als ik ben leg ik me bij de situatie neer. Niets is zo frustrerend als woelend draaiend met alle kracht proberen in slaap te komen, iedere minuut te beseffen dat je pogingen alleen maar averechts werken en daarmee je harslag alleen maar verder op te voeren.Ik heb weleens gedacht dat het een hele effectieve manier zou zijn om de naderende dood uit te stellen: als je gewoon héél graag dood wilt, dan lukt het vast niet.

Als klein kind vond ik het fascinerend fenomeen: dat exacte moment waarop je in slaap viel. Nacht in nacht uit lag er vol spanning op te wachten. Ik heb er een groot deel van mijn jeugdtrauma aan te wijten dat ik iedere ochtend weer wakker werd met een gevoel van teleurstelling dat ik mijn kans wederom gemist had. De enige keer dat het me ooit lukte was in een steriele kamer met een kapje op mijn mond. Toen omringden zes groengeklede en welgemutste marsmannetjes mijn bed, tot ze in volle wazigheid begonnen te dansen rond mijn hoofd en mijn ogen zich al tranend langzaam sloten.

Nee, wat dat betreft heeft mijn jeugd me een wijze les geleerd. Ik maak mezelf geen illusies meer. Toch onderneem ik nog wel een enkele op een poging lijkende actie. Maar na anderhalf uur uur en zes aanzetten tot schaapjestellen geef ik ook dat op. Dat getel is in dit soort gevallen ook een hopeloze bezigheid: na vijf schaapjes slaan de arme dieren op hol. Schaapje zes springt achterstevoren over het hek. Nummer tien maakt een flitsende salto, nummer vijftien wordt na drie vergeefse pogingen uitgesloten van verdere deelname en nummer achttien weigert uit pure bokkigheid domweg een poot uit te steken richting het hekwerk. Die kent duidelijk zijn klassiekers niet.

Een boek dan maar, want wakkere tijd dient nuttig besteed te worden. Meestal is een geletterd tijdverdrijf voor mij het perfecte recept om me richting fantasialand te begeven. Maar dit keer blijkt het tegenovergestelde een feit. Het lijkt erop alsof ik deze nacht moet gaan uitzitten als een drugskoerier zijn straf in een Ecuadoraanse gevangenis. Niets tegen in te brengen.

Op het moment van schrijven ben ik al honderd bruingekleurde bladzijden verder en vertelt mijn telefoon me dat er nog slechts twee uurtjes resten voor hij me weer op vredige wijze uit mijn droom zal wekken. Als ik tegen die tijd wel een ander stadium heb weten te bereiken. Ik begin alvast uit te rekenen hoeveel koppen Senseo ik nodig ga hebben om morgen de werkdag door te komen. Het gekke is dat ik me bij deze vervelende en eindeloze situatie helemaal niet ellendig voel. Als ik energie heb, heb ik energie. Dus schrijf ik dit zinloze stuk waarvan ik morgen maar moet zien of het het aanzien, dan wel het lezen waard is.

Zo’n slapeloze nacht is eigenlijk nog best nuttig. Ze zeggen dat slapen nodig is om indrukken te verwerken, maar juist als je een keertje geen diepe alfagolven door je brein laat stromen denk je ineens aan zaken waar je al weken niet meer bij stilgestaan had. Ik denk aan mijn Peruaanse vriend Chino, die me mailde dat er nog steeds geen tenten in zijn wijk zijn. Ik voel me een hypocriete verwende ramptoerist, maar fluister mezelf in dat ik machteloos ben.
Ik denk aan mijn oude schoolvriendin wiens vader pas is overleden. Ik vertrouw haar beste vrienden erop dat ze goed voor haar zorgen, sta zelf net te ver weg om meer te doen dan bij de begrafenis mijn steun te betonen. Ik denk aan de goudvis bij mij ouders, die het eigenlijk wel verdient om via het toilet de vrijheid tegemoet gespoeld te worden.

Dat is wel het nadeel van zulke lange, reflectieve nachten: je kunt maar weinig doen met je gedachten. Inmiddels is mijn resterende bed-tijd gereduceerd tot een naar beneden afrondbare hoeveelheid. De zon begint zich al weer voorzichtig te vertonen en nog gieren er meer volzinnen door mijn hoofd dan slaaphormonen door mijn aderen. Misschien moet ik de afgelopen uren maar gewoon even op actieve wijze uit mijn geheugen verwijderen en de nieuwe morgen toelachen. Hopen dat mijn collega’s niet te snel met opmerkingen komen als ‘wat heb jij voor avonturen beleefd vannacht?’…

…Niet veel later schrik ik wakker van het vredige maar indringende geluid van mijn mobiel. Ben ik er dus op de valreep toch nog ingetuind! Als een zombie schuifel ik naar de douche. Wijselijk besluit ik mijn spiegelbeeld de eerste uren systematisch te ontlopen en me niet mijn caffeïnelevel op een constant niveau te houden. Dan wordt het vast een geslaagde dag.