regular

Lunchtafelpsychologie

“Het was me nog niet eens opgevallen.”
Stoïcijns lepelt ze haar soep naar binnen en kijkt naar mijn bord.
“Wat?”
“Zoals jij je salade opschept.”
Ik kijk haar vragend aan.
“Zoals ik mijn salade opschep?”
Ze kijkt op. “Ja,” zegt ze. “Zoals jouw salade daar in je bakje ligt. Precies jou.”
Ik frons mijn wenkbrauwen en werp een blik op de ratjetoe die voor me op mijn dienblad staat. Niks van mij te bekennen.

“Kijk nog eens goed dan,” zegt ze.
Met enige verwondering over haar weingzeggende maar blijkbaar veelbetekenende woorden bestudeer ik mijn creatie.
“Ik zie alleen maar een grote berg groente. Van alles wat. Geen patroon in te herkennen.”
“Precies,” antwoordt ze met een glimlach, “een grote berg. En geen patroon in te herkennen.”

Ze schuift haar soep opzij en neemt resoluut een hap van haar broodje zalm met kruidenkaas. Ben ik nou gek geworden, of volg ik haar niet helemaal?

“Waarom is bij jou die berg zo groot? Zo asociaal groot?”
Ik werp een schichtige blik opzij, naar het dienblad van de collega die naast me nietsvermoedend haar overbuurman zit te vervelen met een overgedetailleerd verslag van de uiterst zinvolle meeting van vanochtend. Een schattig klein bergje bruine salade, netjes bezaaid met vezeltechnisch verantwoorde pijnboompitten. Degelijk typje.

“Tja, je betaalt toch per schaaltje,” probeer ik toe te lichten. “En ik wil toch alles proeven.”
Ze knikt, haar glimlach wordt iets breder. “Ja.”

Ik analyseer haar bord. Geordend. Zonder kruimels. Het bekertje melk precies ver genoeg open gemaakt, om de melk zonder een gênant snorretje binnen te krijgen. Goh ja. Ze heeft nog gelijk ook.

Ik kijk nóg eens naar mijn bord. Die chaos ja. In een paar seconden flitst mijn leven voorbij. Net een landmachtreclame. Weinig patroon in te herkennen. Nu ze het zegt…

Gulzig schiet mijn blik de tafel rond langs alle collega’s. Ze zijn plotseling tot onvrijwillig gerecruteerde proefpersonen zijn gepromoveerd. En dat zonder handtekening.

Van broodje met rond afgesneden kaas tot salade zonder dressing, van witte bolletjes tot eigen bammetjes uit een trommeltje, overal zie ik ineens persoonskenmerken in. Hoekjes met fruit, extra zakjes mosterd, alles lijkt ineens een betekenis te hebben.

In gedachten zit ik al bij de gevulde dienbladen de juiste personen te zoeken. Zou een mooie quiz zijn.

Pas als iedereen verdwenen is verlaat ik de kantine. Terwijl ik de trap op slof terug naar mijn tijdelijke werkplek geniet ik na van mijn nieuwe bevindingen. Mensenkennis zit in de kleinste details. Bij de laatste treden richting mijn verdieping vraag ik me af hoe mijn bakje salade er over tien jaar uit zal zien. Ik stap mijn kantoor binnen. En zie de bureau’s. Stuk voor stuk, verschillend…