regular

Nieuwezijdelingen

Het begon aan een keukentafel, ergens in een Amsterdams appartement. Of eigenlijk, toen begon het voor mij, want het idee was al eerder ontsproten. We waren met een stuk of zes. We aten chocola en chips en dronken wijn, ik verorberde mijn meegebrachte salade met garnalen. Dat mocht ook. Ondertussen spraken we over wat ons bijeen had gebracht: een nieuw blad.

Nieuwezijds moest het gaan heten, en nee dat ging geen probleem geven omdat er ook een uitgever met die naam was. Nieuwezijds Magazine zou zich vanzelf gaan onderscheiden, met journalistieke verhalen over Amsterdammers, en over hun toekomst. Over duurzaamheid en kleinschaligheid, over de kracht van mensen dichtbij. Over het verdienmodel hoefden we niet na te denken, dat deden zij en haar partner in crime, Michiel Bergman.

Wij gingen het vullen.

Co-oprichtster Liedewij Loorbach, net als de meeste andere aanwezigen een gefrustreerd Paroolfreelancer vanwege steeds minder ruimte en steeds minder verdieping, zag het helemaal voor zich: wij gingen die verhalen maken die op elke Amsterdamse straathoek voor het oprapen liggen, maar niet meer worden opgeraapt. Kwaliteitsjournalistiek over onze eigen wereld, een verfrissende blik op onze eigen horizon.

Was ik vooraf nog wat cynisch geweest over dit wilde plan, naarmate de avond vorderde werd ik steeds positiever. Of het de reserva tinto was, of het ontembare enthousiasme van onze aanstaande chef? Ik weet het niet. Feit is dat we na die avond ieder onze weg gingen, aan de slag, en dat sinds afgelopen donderdag op zo’n tweehonderd plekken in de stad een nieuw gratis tijdschrift ligt te stralen, in een oplage van 15.000 stuks en een even gratis webversie.

We hadden die twee ook voor gek kunnen verklaren. Dat mag je trouwens nog steeds doen, want dat het blad gedrukt, verspreid en wellicht door wat mensen gelezen is, wil anno 2013 nog niet zeggen dat de buit binnen is. Het is misschien tegen beter in dat de twee het er in deze tijd op hebben gewaagd, maar Nieuwezijds is ook van nu: in een ogenschijnlijk steeds groter groeiende en sneller draaiende wereld, zoeken we weer naar samenhang en verdieping dichtbij.
Nieuwezijds is bovendien een initiatief van freelancers, met eigen ideeën en gemeenschappelijke drijfveren, die elkaar moeiteloos weten te vinden en inspireren. Een blad met een hart en een ziel, geen lege huls opgevuld met glimmende foto’s en catchy bijschriftjes. Het is ook een signaal aan redacties die niet investeren in de relatie met hun freelancers: als het zo moet, dan doen we het wel zonder jullie.

Anderhalve maand na die eerste brainstorm kwamen we weer bij elkaar, dit keer aten we bietensoep en couscoussalade, en weer kwamen de ideeën. Zo hoort een blad gemaakt te worden, zo komen freelancers tot hun recht: in een creatieve setting, aangejaagd door een chef die gaat voor haar blad.

Ik ploegde en zwoegde voor mijn artikel in nummer twee, over de Amsterdamse luchtkwaliteit. Sprak vijf bronnen. Fietste heel Amsterdam door, van meetpunt naar meetpunt. Het duizelde me van de cijfers en rapporten, maar ik ging door, omdat ik het waard vond.

Of Nieuwezijds Magazine gaat slagen? Niemand weet het. Maar aan ons, Nieuwezijdelingen,zal het in elk geval niet liggen.