Het was weer een spektakel gisteravond, het grote Staatloterij Oudejaarsfeest op SBS6. De hoofdprijs was dertig miljoen euro en wie wilde daar nu geen kans op maken?
Massaal kochten we weer loten, 4,38 miljoen maal dertig euro om precies te zijn. Dat maakte de kans om die dertig miljoen te winnen eenvoudig te berekenen: 1 op 4,38 miljoen. Voor de duidelijkheid, dat is 1 gedeeld door 4.380.000, oftewel 0,000028 procent. Nihil, zou je ook kunnen zeggen. De kans dat die dertig miljoen door een samenloop van omstandigheden op dit moment op jouw stoep liggen is waarschijnlijk nog groter.
Niks nieuws onder de zon natuurlijk, en vele kopers zullen inbrengen dat ‘er ook nog een jackpot van ruim tien miljoen was en ze voor duizend euro ook wel zouden tekenen’. Die kans is een stuk groter, 1 op de 3602. Maar ook dat is nog altijd een te verwaarlozen kans.
Het is intrigerend, dat zoveel mensen bereid zijn een substantieel bedrag, dertig euro, neer te tellen voor zo’n minieme kans om te winnen. De meeste mensen werpen op dat ze ‘het geld wel kunnen missen’ en het er voor over hebben. Maar dat is als je het mij vraagt niet de belangrijkste reden waarom loterijen zo’n sterke aantrekkingskracht hebben: het is niet het geld dat je kunt winnen, maar het kopen van de mogelijkheid dat je zo’n bedrag wint.
Het kopen van een recht om te dromen van een fortuin, of in elk geval van een vorstelijk geldbedrag. Al weten we dat de kans klein is, de spanning is er niet minder om. Tijdens het kopen, het wachten en vooral de trekking, hebben we het gevoel dat we leven.
En dus betalen we met liefde en overgave onze extra bijdrage aan de schatkist. Zelfs de grootste belastinghaters, of misschien juist de grootste belastinghaters, zaten gisteren met hun handen vol loten voor de beeldbuis. Dit is immers geen verplichte afdracht, geen storting in een zwart gat. Hier was kans op vooruitgang, op geluk, op winst.
Maar wacht even, waarom innen we niet alle belastingen volgens ditzelfde principe? Wie belasting betaalt, maakt kans het overgemaakte bedrag in een veelvoud terug te winnen. Hoe meer je aangeeft, hoe meer loten je krijgt. Wat zou dat een zegening zijn! Mensen zouden in de rij staan bij hun belastingadviseur, om alsjeblieft nog wat optrekposten te vinden. Ondernemers zouden al hun declaratiebonnetjes bewust verliezen en niet meer aangeven, we zouden meteen de woningmarkt kunnen hervormen want niemand geeft nog om de hypotheekrenteaftrek. En we zouden bovenal met plezier onze zuurverdiende centjes afdragen.
Als het systeem in Nederland een succes blijkt, weet ik nog wel andere landen om het naartoe te exporteren. Griekenland bijvoorbeeld, loterijland nummer een in Europa, met een schrijnend tekort aan belastingbetalers. In plaats van de nationale loterij te verkopen, zou de Griekse staat deze juist moeten uitbreiden, om de inkomsten verhogen. Italianen, Spanjaarden, Portugezen, ze kunnen er allemaal wat van. Het oplossen van de schuldencrisis is nog nooit zo aantrekkelijk geweest.
Het nieuwe motto voor de Belastingdienst is in elk geval ook al snel bedacht: ‘Belasting, leuker dan ooit.’