regular

Wat voor neuspeuteraar ben jij?

Neuspeuteren is net als masturberen: iedereen doet het, maar van een andere willen we het niet weten.

Iedereen heeft zo zijn eigen maniertjes om zijn neusholtes obstakelvrij te houden.
En wees eerlijk, niemand vindt het prettig om midden in een goede conversatie te merken dat zijn gesprekspartner al minutenlang tegen een lichtgroene vlok in zijn rechterneusgat aan zit te kijken. We doen het dus niet alleen uit verveling.

Neuspeuteraars zijn er in alle soorten en maten. Zo heb je de achteloze neuspeuteraars. Hen maakt het totaal niet uit waar hun dierbare bulletjes terechtkomen. Onder de tafel, tussen hun toetsenbord (check maar eens, door hem op z’n kop te leggen en er een paar keer flink op te slaan. Leuke test voor op kantoor. Is trouwens ook iets tegen te doen tegenwoordig.
Verder heb je de verschrikte peuteraars. Die raken in paniek als ze zien wat ze nu weer aan hun wijsvinger hebben hangen. Vaak resulteert dat in een slinkse beweging richting de linkermondhoek (yuk!).
Je hebt de sierlijke peuteraars. Die maken er een sport van om de bul op een zo elegant mogelijke wijze de wereld in te schieten.
Territoriale peuteraars zijn nog het hardnekkigst: die zetten hun grondgebied af met plakken snot, als waren ze honden met een overactieve blaas. Dan kun je maar beter te maken hebben met een beschaafde peuteraar: die weet altijd op tijd een prullenbak te vinden, voor zijn werkje spontaan de wijde wereld in gesprongen is.
Ik ben een combinatie van verschillende typen. Ik probeer mijn groene schepsels altijd op een zo origineel mogelijke wijze in de prullenbak te krijgen. Dat lukt niet altijd even goed, maar gelukkig ben ik ook erg sterk in de rebound.

Naast al deze functionele peuteraars heb je ook nog de recreatieve peuteraars. Die kun je verdelen in de nieuwsgierige peuteraars (wat hebben we vandaag te bieden?) en de dromerige peuteraars. Deze komen al wroetend tot de meest diepzinnige gedachten en weten hun gedrag altijd wat minder goed te verbloemen dan hun collega’s. Dit zijn tevens de types die het meest de clichéopmerking ‘ben je al boven?’ naar hun hoofd geslingerd krijgen.

Wist je trouwens dat snot bestaat uit slijm met heel veel schadelijke bacteriën? Dus dat geeft die pittige smaak… En het stomme is dat die bullen juist terugkomen als je ze handmatig verwijdert: aan je vingers zitten vaak staphylococcen die zich heerlijk nestelen in je warme, broeierige neusholte en zo weer lekker uitgroeien tot een nieuwe kolonie. Zo, dat weten we ook weer. Misschien dat je met dat in je achterhoofd eindelijk écht van die nare gewoonte afkomt.