Corona: testen voor toegang
Hunkeren naar Heineken
Zelftesten en toegangstesten moeten een versnelde heropening van Nederland mogelijk maken zonder dat het virus om zich heen grijpt. Toch zetten veel deskundigen vraagtekens bij de opmars van de testsamenleving.
Groene Amsterdammer, 21-4-2021
Op de testlocatie van zorgbedrijf Lead Healthcare vlak bij de Amsterdam ArenA is de sfeer op zaterdagmorgen 17 april opgetogen. Hier geen snotterende mensen die vrezen voor een corona-infectie zoals bij de ggd-teststraat een paar honderd meter verderop. Jong en oud laat zich hier testen om een andere reden: eindelijk ‘mogen we weer eens ergens naartoe’. Een jonge moeder met haar kind van een jaar of vijf meldt zich bij een van de loketten om straks samen naar Artis te kunnen. Twee nonchalante twintigers slenteren vanaf het parkeerterrein terug naar station Bijlmer en kijken op hun telefoon of de uitslag al binnen is.
Ik heb zelf een kaartje bemachtigd voor de Heineken Experience, het museum van de biergigant aan de rand van de Amsterdamse binnenstad. Mijn vriend Jim appte in reactie op mijn uitnodiging: ‘Ik had niet verwacht dat ik zó zou hunkeren naar een koud, getapt Heinekenbiertje.’
Het verlangen naar verzetjes en vertier is zo sterk dat het velen niet eens echt uitmaakt wát er mag. De animo voor de testevenementen is enorm: in de loop van de week stonden er bij sommige locaties van Lead Healthcare wachtrijen van meer dan een uur. In het weekend van 17 en 18 april test het bedrijf 35.000 mensen, evenveel als alle ggd-teststraten bij elkaar in een dag doen. De komende weken komen er meer testlocaties bij – ook van andere bedrijven – en gaat het aantal testen per dag omhoog naar vierhonderdduizend per dag. Musea, pretparken, squashbanen, casino’s, voetbalwedstrijden, er is voor elk wat wils. Deze activiteiten moeten Nederland door deze lastige periode heen helpen totdat we de meeste coronamaatregelen kunnen loslaten – 1 juli is nog altijd de hoop.
De roep om door middel van toegangstesten meer mogelijk te maken was de afgelopen maanden groot. Vanaf half februari vond er al een handvol Fieldlab-evenementen plaats, waarbij in het kader van wetenschappelijk onderzoek na een toegangstest de coronaregels grotendeels werden losgelaten. In april werd de website testenvoortoegang.nl gelanceerd. Hier kunnen mensen een gratis sneltest bestellen om (met coronaregels) een locatie te bezoeken die anders nog niet open had gemogen. Inmiddels is er ook een run ontstaan op zelftesten in de schappen van drogisten en supermarkten.
De testsamenleving komt op stoom. Maar er is ook veel kritiek. Het rivm vreest dat het gebruik van de zelftesten de bereidheid om naar de ggd te komen zal verlagen en de maatregelnonchalance zal doen toenemen. Het Outbreak Management Team uitte zich verbolgen over het enorme aantal pilots waar in april in totaal tweehonderdduizend mensen naartoe kunnen en vreest dat dit het draagvlak voor de maatregelen ondermijnt. Andere wetenschappers vragen zich af wat de wetenschappelijke waarde van de Fieldlabs is. Burgers winden zich op over feestende menigtes terwijl de ziekenhuizen vol liggen en over de ruim één miljard euro die de overheid heeft uitgetrokken voor de testen-voor-toegang-operatie. Deelnemende theaters en musea benadrukken dat ze ook veilig open kunnen zónder de toegangstesten, uit vrees dat ze er straks aan vast zitten.
En dan zijn er nog de fundamentele bedenkingen: critici vrezen voor ‘zachte testdwang’ en de gevolgen hiervan voor de privacy. De mogelijkheid om straks wellicht tegen betaling toegang te kopen tot ‘corona(regel)vrije bubbels’, kan bovendien leiden tot een tweedeling tussen hen die zich die kaartjes kunnen veroorloven en hen die dat niet kunnen.
Demissionair coronaminister Hugo de Jonge steekt zijn ambitie niet onder stoelen of banken. Hoewel hij het woord ‘testsamenleving’ liever niet gebruikt, benadrukt hij dat testen naast vaccineren de sleutel is om meer mogelijk te maken. Volgens een advies dat kpmg en de Vrije Universiteit in opdracht van vno-ncw half februari opstelden, kunnen toegangstesten in combinatie met risicogericht testen de verspreiding zelfs terugdringen. Op vrijdag 16 april stuurde De Jonge de Tijdelijke wet testbewijzen Covid-19 naar de Tweede Kamer. Deze wet maakt het mogelijk om van burgers een testbewijs te eisen om toegang te krijgen tot voorzieningen die ‘niet essentieel’ zijn. Tot en met juni betaalt de overheid de kosten van de test, daarna wordt de bijdrage wat De Jonge betreft 7,50 euro per persoon.
Sinds half februari vonden verschillende Fieldlab-evenementen plaats, georganiseerd door de evenementenindustrie in samenwerking met onder meer de TU Delft, de Radboud Universiteit en tno, onder leiding van arts-microbioloog en hoogleraar infectiepreventie Andreas Voss. Het uitgangspunt van de Fieldlabs is dat toegangstesten en een capaciteitsbeperking het besmettingsrisico dusdanig beperken dat binnen de poorten de afstandsmaatregelen kunnen worden losgelaten. Mondkapjes worden wel geadviseerd, maar zijn niet verplicht. In het kader van dit wetenschappelijk onderzoek konden mensen in fase 1 onder meer naar een voorstelling van cabaretier Guido Weijers en naar een zakelijk congres en in fase 2 onder meer naar de voetbalinterland Nederland-Letland (vijfduizend deelnemers) en de 3FM Awards in TivoliVredenburg (vijftienhonderd deelnemers).
De resultaten van de eerste twee Fieldlabs laten volgens de onderzoekers zien dat het risico op een besmetting, vooral dankzij de toegangstest, niet groter is dan buiten deze bubbel (al hebben ze na afloop niet alle deelnemers getest, dit baseren ze op het aantal contacten).
Tijdens het Fieldlab-festival in Biddinghuizen en de 3FM Awards, waarvan de onderzoeksresultaten nog niet bekend zijn, gingen de mondkapjes vrijwel meteen af en gedroeg iedereen zich als vanouds, blijkt uit de vele filmpjes die ervan online verschenen. Het onderzoek dat tijdens dat laatste evenement plaatsvond bestond met name uit beeldanalyse van de menigte: zochten sommige mensen nog wel afstand, bijvoorbeeld?
De vraag dringt zich op of het hier nog primair draait om onderzoek, of simpelweg om het mogelijk maken van evenementen – het lijkt geen toeval dat ook het Eurovisie Songfestival tot Fieldlab bestempeld is. Met name het massale 538 Oranjefeest voor tienduizend bezoekers dat op 24 april gepland stond in Breda is bij velen in het verkeerde keelgat geschoten. Zij vinden het onacceptabel dat mensen feesten terwijl even verderop het ziekenhuis vol ligt. Deze verontwaardiging lijkt vooral moreel van aard, aangezien zelfs de modelleurs van het rivm er niet op rekenen dat de Fieldlabs een groot aantal besmettingen zullen opleveren. Er zijn zelfs aanwijzingen uit binnen- en buitenland dat dit soort evenementen meer extra besmettingen opsporen dan opleveren. Maandagavond maakte de gemeente Breda bekend het evenement geen vergunning te geven waardoor het niet doorgaat. Fieldlab-onderzoeksleider Andreas Voss worstelt desondanks met de uitstraling van de Fieldlabs. ‘Ik snap alle mensen die zich afvragen of dit nu de goede weg is. Het probleem is dat als we met dit soort onderzoek wachten tot we op een lager risiconiveau zitten, het mosterd na de maaltijd is.’
Toch is er ook inhoudelijk het nodige aan te merken op de Fieldlabs. Hoewel ze zijn ingestoken als gedragsexperiment, zijn er geen gedragsonderzoekers bij betrokken: de gedragscomponent beperkt zich tot het tellen van de contacten die de bezoekers maken. Zonde, vindt psycholoog Denny Borsboom van de Universiteit van Amsterdam, die gespecialiseerd is in dit soort gedragsonderzoek. Samen met zelfstandig onderzoeker Maya van der Steenhoven zette hij afgelopen jaar het Smart Distance Lab op. Ze bestudeerden hoe je het mensen makkelijk kunt maken om zich aan coronamaatregelen te houden. Ze vervingen bijvoorbeeld strepen die afstand aangaven door stippen, zetten een stoplicht bij de ingang van de supermarkt en bestudeerden het effect van looprichtingen op een kunstbeurs. ‘De reden dat wij niet zijn gaan meedoen aan Fieldlabs is dat de onderzoeksvraag ons volkomen onduidelijk bleef’, zegt Borsboom. ‘Ze testen iedereen van te voren en laten dan iedereen bij elkaar. Wat wil je dan te weten komen?’
De initiators van het Smart Distance Lab hebben recent van het ministerie van Economische Zaken te horen gekregen dat met de komst van de Fieldlabs hun financiering ophoudt. ‘Ik heb alle respect voor de Fieldlabs’, zegt Van der Steenhoven, ‘maar het is een gemiste kans. Er zullen plekken blijven waar je geen toegangstesten wilt invoeren, zoals scholen en kerken. Daar wil je het toch ook zo veilig mogelijk houden?’
Bij de Heineken Experience in Amsterdam is het protocol strikt. Voor de ingang aan de Stadhouderskade scant een medewerker de in een QR-code omgezette negatieve coronatest en verwijst de bezoekers door naar de beveiliger die hen voor de ingang opvangt. ‘Heel even wachten tot de bezoekers voor jullie verder zijn gelopen’, zegt de man. Aan de balie krijgen we verdere instructies: mondkapjes op, steeds op een stip plaatsnemen tijdens het babbeltje van de gids, alleen tijdens de twee inbegrepen biertjes mag het mondkapje af. Normaal zijn het vooral groepen toeristen die de voormalige Heinekenbrouwerij bezoeken, nu zoeken de gidsen onwennig naar de Nederlandse termen. ‘Stel alsjeblieft vragen, we zijn blij dat we eindelijk weer mogen!’
Niet veel later staat het eerste vers getapte biertje in maanden voor onze neus. Een tafeltje verder staat een groepje jonge Braziliaanse meiden uitgelaten met hun telefoons selfies te maken. Het voelt onwennig, dit alledaagse Amsterdamse tafereel. We proosten, vallen elkaar nog net niet in de armen.
Heineken is een van de driehonderd pilots waarbij via testenvoortoegang.nl geboekte toegangstesten vereist zijn. Deze operatie staat onder gezag van oud-militair Tom Middendorp namens de hiervoor opgerichte Stichting Open Nederland. Binnen de pilots worden de coronaregels niet losgelaten – de toegangstesten zijn bedoeld als extra maatregel zodat de deelnemende locaties überhaupt bij de huidige virusverspreiding open kunnen.
Waar de wetenschappelijke vraagstelling bij de Fieldlabs nog wel legitiem klinkt, is daarvan bij de pilots geen sprake. De enige onderzoeksvragen die daar centraal staan zijn ‘willen mensen dit?’ en ‘is het logistiek uitvoerbaar?’ De maand april, aldus een woordvoerder van het ministerie van vws, is om te leren hoe het werkt, in mei en juni moet het systeem opgeschaald worden. In die fase zal de overheid bepalen welke activiteiten er wel en niet onder komen te vallen. Volgens de woordvoerder zijn de toegangstesten er om ‘bij de huidige cijfers te kijken wat we met zo’n extra veiligheidscheck mogelijk kunnen maken. Daardoor kunnen ondernemers ook weer wat omzet draaien, wat weer scheelt op de steunpakketten.’
Een andere prioriteit van het kabinet is het bevorderen van het gebruik van zelftesten – sneltesten voor eigen gebruik. Hiervan liet De Jonge er eind maart een aantal toe. Deskundigen kijken er met gemengde gevoelens naar. Het omt benadrukt dat een zelftest geen vrijbrief mag zijn om de basismaatregelen los te laten. ‘Ik ben op zich voor meer testen hoor’, zegt viroloog en omt-lid Marion Koopmans, ‘maar het gaat erom wat mensen ermee doen. Ze moeten in isolatie gaan na een positieve test en na een negatieve test niet hun gedrag veranderen. Anders is het potentieel risicoverhogend.’
Zelftesten missen namelijk nog weleens een besmetting, legt viroloog Mariet Feltkamp van het Leids Universitair Medisch Centrum uit. ‘Een sneltest is sowieso minder gevoelig dan een pcr-test. De door een professional afgenomen sneltest pikt de besmettelijke personen er heel goed uit, dus als toegangstest is die behoorlijk betrouwbaar. Maar met name als je sneltest een paar dagen na de besmetting nog negatief uitvalt, kun je zomaar 24 tot 36 uur later wél positief en besmettelijk zijn.’
Daarbij, benadrukt Feltkamp, is een ‘ondiepe sneltest’ met een korter wattenstaafje minder gevoelig dan de diepere en neemt die gevoeligheid daarmee nog verder af bij zelfafname. Uit een recente (nog niet door collega-onderzoekers beoordeelde) studie uitgevoerd onder leiding van arts-microbioloog Jan Kluytmans van het Amphia Ziekenhuis in Breda bleek dat zelftesten zo’n tachtig procent van de besmettelijke geïnfecteerden eruit pikken. Vooral ouderen en mensen die moeite hadden met de procedure testten vaker ten onrechte negatief. Zo’n test heeft desondanks grote potentie, schrijven de auteurs: als zeventig procent van de bevolking deze twee keer per week uitvoert en na een positieve test in isolatie gaat, kan dat het reproductiegetal (bijvoorbeeld) van anderhalf terugbrengen tot onder de één.
Dat is dan ook zo ongeveer de enige toepassing die het rivm aanraadt. Dus niet als zelf georganiseerde toegangstest bij je privéfeestje, om alsnog naar oma te gaan of eerder uit quarantaine. Niet bij klachten en als je contact hebt gehad met iemand die op dat moment besmettelijk was – omdat je dan gewoon naar de ggd moet.
Wat precies het gedragseffect van zelftesten zal zijn, is nog onbekend. De rivm-gedragsunit heeft er nog geen onderzoek naar kunnen doen, zegt Marijn de Bruin, die de unit leidt. ‘We hebben net de vragenlijst opgesteld voor de komende editie, daarmee hopen we meer te weten te komen.’
Smart Distance Lab-initiator Maya van der Steenhoven bemachtigde al een paar maanden geleden via een bevriende viroloog haar eerste doos zelftests en gebruikt ze sindsdien regelmatig. ‘Je merkt gewoon dat je er losser van wordt. En ik ben ook op een bruiloftsfeest geweest waar ze aan de toegang werden afgenomen en iedereen elkaar bij binnenkomst om de nek vloog.’ Ook de toegangstest-pilots aanschouwt het omt met enige vrees. De deskundigen wijzen er in het advies van 9 april op dat tien pilots genoeg waren geweest en geven aan te vrezen dat de pilots de druk op de ziekenhuizen toch nog iets zullen verhogen. Dit vanwege de reisbewegingen en het feit dat kinderen onder de twaalf jaar niet getest hoeven te worden, en doordat een sneltest maximaal veertig uur voor aanvang van het evenement mag zijn afgenomen. (Bij de Fieldlabs moeten kinderen wel vooraf getest worden en geldt een maximum van 24 uur voor het einde van het evenement.)
De grote vraag is hoe het straks verder gaat. De Fieldlabs eindigen na het Songfestival, het aantal andere met een toegangstest toegankelijke activiteiten moet tegen die tijd juist zijn opgeschaald. In eerste instantie zullen bij die evenementen de maatregelen gewoon gelden, maar de druk om die versneld te versoepelen zal ongetwijfeld toenemen. Vervolgens komt bij al die activiteiten een vraag centraal te staan die de Gezondheidsraad in januari opwierp aangaande testbewijzen: zijn ze noodzakelijk of is er een redelijk alternatief?
Verschillende sectoren vrezen dat ze voorlopig niet open zullen mogen zonder toegangstesten. Om deze reden stapten de bioscopen al uit de pilots: zij zijn ervan overtuigd dat hun protocol al veilig genoeg is. De Museumvereniging doet wel mee aan de pilots, maar draagt eenzelfde standpunt uit, zegt de woordvoerder: ‘De musea weten dat het protocol van voor de sluiting werkte en dat ze dus veilig open kunnen zonder toegangstesten. Er zijn geen uitbraken geweest en mensen bezoeken vrijwel alleen musea in hun eigen regio.’
Wanneer mensen gewend zijn geraakt aan het systeem, zal moeten blijken voor welke activiteiten ze de moeite en eventuele kosten van een test over zullen hebben. Het maakt natuurlijk uit of het iets is waar je de hele dag voor uittrekt of anderhalf uur en of je bezoek gepland of spontaan is.
Het kabinet lijkt de toegangstesten vooral in te willen zetten om de druk op de samenleving iets te doen afnemen. Het economisch rendement is gezien de kosten van de operatie van secundair belang. ‘Dit is de beste investering in de samenleving die je op dit moment kunt doen’, zegt David van Hartskamp, ceo van Lead Healthcare. ‘Er staan zoveel bedrijven op omvallen, zoveel huwelijken onder hoogspanning, zoveel mensen op de wachtlijst voor de ggz. Dit geeft zoveel blijdschap.’
Voordat het wetsvoorstel over de testbewijzen naar de Tweede Kamer ging, kwamen er echter ruim 3700 veelal kritische reacties op binnen. Volgens filosoof en bestuurskundige Robert van Putten, die vorig jaar promoveerde op ‘maakbaarheid’, is er sprake van een volgende stap in de beheersingsdrang. ‘Het heeft alles te maken met doorgaand risicodenken en risicomijding. De overheid perfectioneert het veiligheidssysteem.’
Ook directeur Vincent Böhre van de stichting Privacy First heeft sterke bedenkingen bij de testsamenleving. Er is volgens hem sprake van een zware inbreuk op het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer, de lichamelijke integriteit en de vrijheid van beweging, en de privacy wordt geschonden door een ‘gezondheidsbewijs’ te vereisen. Bovenal vreest Böhre voor sociale uitsluiting op basis van medische status. ‘Dat kan gaan leiden tot ongelijkheid en sociale spanningen.’
Er doemt een beeld op van een samenleving waarin wie het zich kan veroorloven een kaartje voor een evenement te kopen, zich daarmee toegang verschaft tot een corona(regel)vrije bubbel en wie dat niet kan, constant rekening moet houden met het rondwarende virus. Gated virus free communities. Daar komt bij: zolang testen-voor-toegang helpt de economie te heropenen, neemt de druk af om de verspreiding buiten de met testen afgegrendelde gebieden terug te dringen. ‘Zo’n tweedeling, daar moet je gewoon niet aan willen beginnen’, zegt Böhre. ‘De geschiedenis leert ons dat veel dingen die eerst tijdelijk worden ingevoerd, vervolgens normaliseren.’
Na afloop van de rondleiding door de -Heineken Experience drinken we nog een zelf meegebracht biertje op het nabijgelegen Heineken-plein – buiten, zoals we de afgelopen maanden steeds deden. De frisse wind doet ons al snel kleumen. Toch maar op kantoor verder borrelen, iets verderop?