Column
Wanneer ons land een lijf was, dan waren we nu aan het uitzieken. Dat uitzieken klinkt altijd een beetje soft en ik vermoed dat Nederlanders daar ook na hun gemiddelde griep wat moeite mee hebben, maar het heeft een functie: niet alleen is je lijf door de ziekteverwekker en de reactie erop behoorlijk uitgewoond, het is in veel gevallen zo dat die ziekteverwekker nog net niet helemaal verdreven is. Om die reden moet je ook je antibioticumkuurtje goed afmaken en vertelt de dokter altijd dat je nog even rustig aan moet doen. Ook die laatste verstekelingen moeten nog verdreven, anders kunnen ze zich herpakken en de boel alsnog overnemen.
Lastig lastig.
Kijk, wat we als maatschappij de afgelopen maanden hebben meegemaakt, is nogal wat. Ook dat kun je vergelijken met een menselijk lichaam: het werd geconfronteerd met een verrassingsaanval van een virus waarmee het niet eerder had kennisgemaakt. Wat doet je afweersysteem dan? Alle hens aan dek. Fullblown ontsteking, koorts, enzovoorts. En nee, dat is geen pretje. Niet voor niets kunnen mensen in extreme gevallen doodgaan aan hun eigen afweerreactie: in algemene termen heet dat sepsis en als het gaat over coronapatiënten horen we vaak de gerelateerde term ‘cytokine storm’.
Het is nu dus hopen dat er geen economieën en samenlevingen aan deze snoeiharde (hoewel, in Nederland iets ingetogener) door de overheid opgetuigde afweerreactie ten onder zullen gaan. Daar zijn net als in de medische wereld middeltjes voor. Wat in een ziekenhuis een infuus of beademing heet, noemen we nu een steunpakket, een regeling of een Eurobond (of nee, die kwam er niet). Ook hier geldt helaas: wondermiddelen bestaan niet.
Is er dan ook nog iets positiefs te halen uit deze vergelijking tussen de strijd tegen het coronavirus en die van onze eigen afweer? Jawel. Komt een lichaam dankzij de inspanningen van het afweersysteem door die eerste infectiefase heen, dan treedt er in de meeste gevallen een ander fenomeen op waar we de laatste tijd veel over gehoord hebben: immuniteit.
Immuniteit is in feite niets anders dan het vermogen van het afweersysteem om bij een volgende confrontatie met dezelfde ziekteverwekker kalmer en effectiever te reageren, door veel gerichter op de indringer af te gaan en deze zonder het lichaam er al te zeer mee te belasten te elimineren. Dat kan het immuunsysteem doordat het tijdens die hectische eerste golf lessen heeft getrokken, aan de ziekteverwekker heeft gesnuffeld en nu beter weet wat wel en niet werkt en nodig is.
Dat is onze uitdaging nu. Die slimme, gerichte aanpak met snelle opsporing, contactonderzoek en andere gerichte maatregelen gereed maken. Zodat we met veel minder collatoral damage kunnen ingrijpen wanneer het virus in het najaar, of misschien wel eerder dreigt ons maatschappelijke leven wederom te gaan ontwrichten.
Of helemaal niet, maar dan zijn we in elk geval voorlopig immuun.
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel en mijn coronajournalistiek waardeert, kun je dit laten blijken door middel van een kleine bijdrage. Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.