Kloppend hart
9 Juli 1994. Nederland-Brazilië. Deze zinderende wedstrijd zou een van de hoogtepunten van het wk voetbal in de Verenigde Staten worden. Ik was elf jaar, net oud genoeg om volledig in het oranjegevoel op te gaan, maar te jong om de hele wedstrijd op te blijven. Ik logeerde samen met mijn drie jaar oudere broer bij kennissen van mijn ouders, die me zeer consequent in de rust naar bed stuurden.
De wedstrijd was nog volledig open: 0-0 was de stand. Met kloppend hart lag ik starend naar het plafond in het onbekende bed en spitste ik mijn oren om zo de geluiden uit de woonkamer op te vangen.
Op slot
Maar er kwam geen gejuich. In de 54e minuut kwam de eerste golf van scheldkannonades en jammerlijke kreten na een goedgekeurde buitenspelgoal van Romario en vanuit een soortgelijke situatie leek Bebeto na de 63 minuten de wedstijd op slot te gooien.
De verongelijkte en teleurgestelde geluiden maakten duidelijk dat ik kon gaan slapen. Het was gedaan.
Hoop
Maar het tij keerde: gejuich steeg op toen Bergkamp een minuut later de 2-1 inschoot en toen Aron Winter uit een corner de 2-2 inkopte, ontplofte de buurt en was ik niet meer te houden. In mijn sprint naar beneden liep ik bijna mijn broer omver, die al onderweg was om me op te halen. Dit moest ik meemaken. Nederland had weer hoop. Het was een kwestie van doordrukken; de halve finale was binnen handbereik.
Branco
Zwetend zaten we in pyjama tegen elkaar aan gedrukt op de bank, een wortel in de mond om de stress al knagende te onderdrukken.
Zouden we dan toch…
Maar het mocht niet zo zijn. Overmars werd neergehaald op het middenveld, maar de scheidsrechter negeerde de wild appelerende oranjehemden resoluut en liet doorspelen. Uit de hierop volgende knullige overtreding van Nederland volgde een vrije trap voor de goddelijke kanaries. Branco legde aan vanaf ruim dertig meter en scoorde met een snoeihard maar ogenschijnlijk houdbaar schot.
Dromen
Wie had die Ed Geknoei in het doel gezet? En waarom speelde die trage Wouters tegen de watervlugge en behendige Bebeto? Mijn tere kindergeest kon dit niet bevatten. Ik was totaal van de wereld. Achteraf redeneren had geen zin. In moest mijn bed weer in. Gedachtenloos slenterde ik de trap weer op. Om nu wél te gaan slapen. En stilletjes te dromen. Te dromen van oranje glorie.
Deze tekst verscheen deze week in het U-blad