regular

Er zat niets anders op

Nog steeds kan ze het niet bevatten. Drie maanden geleden is het nu, dat heel haar wereldje ineen stortte. Plotseling was het uit. Niets had vooraf gewezen op enig scheurtje, laat staan deze breuk. Nooit had hij een signaal afgegeven, nooit was hij erover begonnen. Ze waren zo gelukkig samen, hadden zulke serieuze plannen, zouden samen oud worden.
Hij had er heel lang over nagedacht zei hij. Maar moest dit dan echt de oplossing zijn? Waarom konden ze er niet over praten? Ze konden toch altijd alles delen? Waar kwam zijn gevoel vandaan? Hoe kon het dat ze niets aan had zien komen?
Inderdaad, ze was de laatste maanden wat drukker geweest.Maar als ze dan weer bij elkaar waren, was alles altijd meteen weer als vanouds. Waren ze nog even verliefd. Leken ze nog even verliefd…
Het ergste is nog dat hij het niet zeker lijkt te weten. Het liefst had ze gehad dat hij een klootzak was, was vreemdgegaan of was verdwenen van de aardbol. Alles beter dan dit!
Nu is er steeds weer die toenadering, steeds weer die hoop, steeds weer dat gevoel. En steeds weer die teleurstelling. Ze heeft het gevoel dat ze eraan kapot gaan. Hoe lang moet dit nog doorgaan?

Er zat niks anders op. Lang had hij erover nagedacht, maar een oplossing kwam er niet.
Het gevoel was langzaam gegroeid, het gevoel dat er iets mis was.
Zij was zó blij met hem, dat zijn liefde steeds weer leek te verbleken. Door haar overvloed aan liefde begon hij te twijfelen of hij wel de ware voor háár was.
Hij was altijd van het nuchtere type geweest, ook op dit vlak. In het begin had hij ook al moeten wennen aan haar aanhankelijkheid, maar toen waren het de vlinders.
Maar haar vlinders bleven en de kloof werd steeds groter. Steeds zwaarder viel het hem steeds om zijn gevoel te onderdrukken.
Steeds had hij het zich weer afgevraagd: zal ik erover beginnen? Zal praten zin hebben? Stel ik me niet aan? Maar nooit diende zich een gelegenheid aan. Telkens als ze elkaar zagen was ze zó blij en leek alles zó mooi, dat hij het weer van zich afzette. Zichzelf gerust stelde dat het toch allemaal goed zat. Maar als hij dan weer alleen was, maakte twijfel zich van hem meester. De ballon werd steeds groter en er leek maar een oplossing.
Nu de druk eraf was, had hij gehoopt opgelucht te zijn. Dat was hij eerst wel, maar de onzekerheid bleef. Had hij hier wel goed aan gedaan? Hij voelde toch wel erg veel voor haar. Of was het de pijn dat hij haar kwetste? Door twijfel verscheurd kan hij haar niet negeren, geen afstand nemen, hoewel hij weet dat dit niet zo door kan gaan. Niets liever wil hij dan die verlossende woorden spreken, maar hij kán het niet. Zal die zekerheid ooit wel komen?