regular

Gezonde dikkerd toch ongezond? Lariekoek

Een beetje te dik en toch gezond. Kan het of kan het niet?

Wetenschappers discussiëren er al een paar jaar over: is overgewicht nu op zichzelf schadelijk voor de gezondheid, of gaat het vaak samen met andere factoren die ongezond zijn. Feit is dat mensen met overgewicht meer kans lopen op diabetes, hart- en vaatziekten, kanker en auto-immuunziekten zoals reuma. Dat zou komen door de overtollige kilo’s, die een vet laagje om de organen vormen, drukken op hart- en vaten – kortom, het lichaam zwaarder belasten. Daarnaast zouden de extra kilo’s gezond gedrag in de weg staan: wie zwaarder is beweegt en sport minder soepel en minder graag.

Maar misschien was er wel iets anders aan de hand: bij mensen met overgewicht raakt vaak ook het metabolisme verstoord. Dit metabool syndroom is een combinatie van hogebloeddruk, een verhoogd cholesterol, verstoorde suikerstofwisseling én overtallig vet wat vaak ook nog ontstoken is. Recent onderzoek toont aan dat er twee soorten mensen met overgewicht zijn: mensen mét en zonder metabool syndroom.

Waren dit de gezonde versus de ongezonde dikkerds? Hoefden we ons voortaan geen zorgen meer te maken over ons gewicht, maar over die andere factoren? Het leek er wel op.

Nee, zeggen onderzoekers die deze week een overzichtsstudie publiceerden in het vooraanstaande blad Annals of Internal Medicine. Media dikten dit nieuws stevig aan: ‘Healthy and overweight is a myth’, kopt de BBC. The Times maakt het nog bonter: ‘Obese but healthy? It’s a big fat myth’.

De strekking van de verhalen en de conclusie van de onderzoekers: ook mensen met overgewicht zonder metabool syndroom, hebben een verhoogde kans op hart- en vaatziekten. Weliswaar is die kans een stuk lager, en is het zelfs zo dat mensen zonder overgewicht mét deze metabole verstoring even ongezond als hun metabole evenknieën mét overtollig vet, maar ten opzichte van slanke mensen zonder metabole verstoring krijgen de vermeende gezonde dikkerds wel degelijk vaker hart- en vaatziekten.

Toch die kilo’s? Ik besloot de paper te bestuderen. Na een hoop ingewikkelde berekeningen, grafieken en tabellen belandde ik bij de discussie – vaak het interessantst voor de lezer die benieuwd is wat de onderzoekers proberen te verhullen. En wat schetst mijn verbazing: ze verhullen het niet eens. Ze schrijven het letterlijk op:

Considering a worldwide prevalence of approximately 200 million people with metabolically healthy obesity, the absolute risk increase of 0.7% over 10 to 11 years associated with this condition (as compared with metabolically healthy normal-weight persons) translates to 1.4 million incident deaths or CV events over this time. De kans op ziekten neemt dus met 0,7 procent toe. Je leest het goed. Niet zeventig procent. Niet zeven. Nul komma zeven. Totaal irrelevant dus. Door een gigantisch grote groep mensen op een hoop te vegen, wisten ze deze bevinding statistisch significant te krijgen en inderdaad, op het totale groepsniveau vallen hier best mensen te redden, maar zeker op individueel niveau is dit verschil totaal irrelevant.

Welke arts gaat zijn patiënten adviseren af te vallen, zich in het zweet te werken of al zijn guilty pleasures te laten staan, om zijn kans op ziekten met 0,7 procent te doen afnemen?

Een kritische medische website concludeert terecht: What this study adds is the indication that people who are metabolically unhealthy regardless of their weight are at increased risk. However, interestingly, no increase in risk was seen for the category of people who are metabolically healthy though overweight.

Een sterk staaltje door de onderzoekers verdraaide en overdreven onderzoeksresultaten, waar de media vervolgens mee aan de haal gingen. Zowel de onderzoekers als de reporters hebben iets te veel lariekoek gegeten, lijkt het (en da’s heel ongezond).

En daarmee zijn we terug bij wat we al veronderstelden: het zijn zeer waarschijnlijk niet de kilo’s, maar de metabole problemen die er sterk mee samenhangen. Ook het darmflora-onderzoek wijst die kant op: eenderde van de westerse bevolking heeft een sterk verarmde darmflora (Nature, augustus 2013). Deze mensen hebben vaker overgewicht – maar niet altijd – een verhoogd cholesterol,  insulineresistentie, meer ontstekingen in het lichaam en daarmee een verhoogde kans op hart- en vaatziekten. Gezonde dikkerds en dunnerds hebben een rijkere darmflora.

Een andere, tegelijk in Nature gepubliceerde studie hint naar de oorzaak van deze verschillen: door middel van gezonde voeding werd een groot het verschil tussen de gezonde en ongezonde dikkerds grotendeels teniet gedaan. Vooral vezels lijken het verschil te maken. Die vormen voer voor goedaardige bacteriën en dragen zo bij aan de barrière in de darm, die het lichaam beschermt tegen minder vriendelijke bacteriën en bacteriële producten. Dikke mensen eten vaker vezelarm en vetrijk, en daardoor zijn ze ook ongezonder.

De slotsom? Je mag best wat meer eten, en het hoeft niet allemaal superfood te zijn, als je maar genoeg gezond voedsel binnen krijgt. In elk geval tot het tegendeel wél wordt bewezen.