regular

Druppelpleur – nooit meer Nespresso

Het ging mis bij het besluit een blinde test te doen. Mis voor Nespresso in elk geval. Een jaar lang dronken we de cups met plezier. We hadden de exorbitante prijs ervoor over, want ja, Nespresso, dat staat voor kwaliteit, voor luxe die je je wil veroorloven. Tot op een gegeven moment steeds vaker de cupjes opraakten. De Bijenkorf ligt nu eenmaal niet om de hoek, en online bestellen moet met zijn allen tegelijk en dat komt er niet van. Het gevolg: chagrijnige koppen, gemopper, geklaag.

Tot daar ineens de oplossing was, op driehonderd meter afstand van ons kantoor: Douwe Egberts cupjes voor in de nespressomachine. Het patent was verlopen, het monopolie doorbroken. Hoera.

Erg veel goedkoper zijn de Hollandse cupjes niet. Maar het voordeel was duidelijk: voor deze koffie hoefde je niet meer om te fietsen. Deze cupjes haalde je gewoon samen met je brood, kaas en Vifit. Toch was er nog enige gereserveerdheid: hoe zou deze koffie gaan smaken? Net zo goed als die van nespresso? Of toch iets minder?

En toen was daar dus die blinde test.

De uitslag was helder: zonder weet van de herkomst van het product, smaakte de nieuwe cups even goed als het origineel. De conclusie: we konden prima overstappen. Al snel sierde elk bureau geen kokers aluminium koffieporties meer, maar zwarte doosjes met rode letters. We waren om.

image

Een week of drie ging het goed. We waren gelukkig met onze nieuwe vriend. Tot zich een opmerkelijke ontwikkeling voordeed: het begon met een persoon, die gemalen bonen van huis nam en een pot zette met het ouderwetse filterapparaat. Gewoon, omdat hij eens zin in had. Makkelijk als de Wibauters zijn, dronken enkelen een kopje mee. Dat beviel best. Een paar weken gingen voorbij waarin er nog wel de nodige Egbertse cups werden geconsumeerd, maar langzaam steeds vaker een pruttelend geluid klonk vanaf de bar in kantoor 1.40. Wat was hier gaande? Waren we ineens weer verzot op druppelpleur? Wat was er aan de hand met toch lange tijd onberispelijke status van de kwaliteitsespresso?

Ik dacht na, diep, nippend uit een kop ouderwets Douwesiaans inspiratienat. En toen, ineens, wist ik het. Ik dacht aan Nespresso, het merk, de magie van Nespresso. Aan George Clooney, stijlvol en sympathiek. Aan de chique winkel waar je netjes achter een strak gespannen lintje wacht om geholpen te worden, waar je je verwend voelt met de gratis capuccino die je na besteding van 100 euro ter plekke mag wegslobberen. Aan de cups in sierlijk aluminium, aan het designservies waar je de koffie in bewaart en presenteert. Nespresso staat voor kwaliteit.

Als geen ander weten de makers van Nespresso hoe je luxe creeert. Hoe je zorgt dat mensen bereid zijn te betalen, meer te betalen. Nespresso creeert een beleving, jij verdient die koffie, die luxe die eigenlijk decadent is, maar het waard is. Daarom vind je die veertig cent per cupje veel, maar heb je het er voor over. Genot heeft immers een prijs.

image

Als nuchtere rationalist kun je al die gebakken lucht wegdenken. Jij wil immers gewoon lekkere koffie. Maar dat is een grondige misvatting, een schromelijke onderschatting van wat genieten inhoudt. Een sterk staaltje minskenning van de menselijke geest. Dan krijg je het fenomeen dat optrad in Bureau Wibaut, vanaf het moment dat we overstapten op de cupjes van Douwe Egberts. Het B-merk, dat graag luxe uitstraalt maar het niet ademt. Dat weliswaar goedkoper is maar nog altijd duur, zonder die totaalbeleving van de concurrent. Plastic cupjes, zonder George.

En dan ineens word je wakker uit je dagdroom, kijk je naar je kopje, en ziet dat het maar gewoon koffie is, met een hinderlijk laagje crème, gestandaardiseerd, niet bijzonder. Wacht, denk je dan. Ik hoef dit niet, het is het niet waard. l’ Or, heet het, maar het voelt jou aangenaaid. Doe mij maar filter, nee liever nog die andere luxe, de authentieke luxe. Je koopt een pak bonen, niet goedkoop maar wel echt, je maalt ze, je schept ze in het filter. Je drukt op de knop, die rood oplicht. Dan snuif je het intense aroma op dat als hemelse damp opstijgt uit het apparaat. Je schenkt je kopje vol, gaat er goed voor zitten en neemt een slok.
Heerlijk.