regular

Over groente, fruit en andere onzinnige zaken

De avond eindigde met een prikkelende kwestie. Een niet alledaags maar wel toepasselijk dilemma, op deze onwerkelijk zomerse maar zeer mensvriendelijk vormgegeven paasdag. Een onderwerp dat een mens vaak voor zich uit schuift, maar dat op een dag als vandaag schreeuwt om een oplossing. Nu of nooit zelfs: Wat is nu eigenlijk het verschil tussen groente en fruit?

En duivels vraagstuk waarop hij zelf, evenmin als zijn tafelgenoten, direct het antwoord wist. Ook Google gaf geen uitsluitsel. Wikipedia meldde zelfs: ‘Het verschil tussen groente en fruit, beide eetbare delen van planten, is zeer onduidelijk en hangt af van het standpunt van waaruit men de zaak bekijkt.’ Een uiterst politiek correct antwoord waar de gemiddelde CDA’er mee wegkomt, maar ondergetekende uiterst ontevreden mee was.

Tijd voor een zoektocht naar het definitieve antwoord. Tijd om erop uit te gaan. Kortom: tijd voor actie. Nuwil het geval dat op paasavond weinig bronnen bereikbaar zijn en weinig velden zich laten bezoeken voor het echte werk. Maar deze razende reporter laat zich nergens door tegenhouden en gaat toch op pad. En jij gaat mee.

De zoektocht leidt langs donkere binnenwegen en slecht verlichte tankstations en brengt de onderzoeker bij een niet nader te noemen tuinderij, alwaar hij zijn ronkende bolide aan de kant zet om de waarheid eens flink boven tafel of in elk geval de tuinmeubel te krijgen.

De schim van een man verschijnt in het licht van de vleermuiswerende schijnwerpers. De schrijver annex speurder haalt zijn urenlang in de door een onbetrouwbare cruisecontrol voortgedreven wagen ingestuurde woorden tevoorschijn: ‘Meneer de teler, kweekt u groente of fruit?’

De man fronst zijn fluorescerende wenkbrouwen.

“Co mówisz?”

De schrijver begrijpt eindelijk waarom hij zonder enig rationeel verklaarbaar maar met sterke intuïtieve overtuiging het afgelopen halfjaar een cursus Pools heeft gevolgd.

‘”hodowca Pan, można uprawiać warzywa lub owoce?”

De man knort.

‘Nie mogę nic powiedzieć. Mój szef będzie zły. Praca w godzinach nocnych jest zabronione.’

http://translate.google.com/#

Hij knikt en begrijpt de boodschap. Waarom heeft hij eigenlijk bedacht dat hij ‘s avonds laat, hier in de bollenstreek, het antwoord op deze diepzinnige levensvraag zou vinden?

Hij loopt terug naar zijn auto, die met draaiende motor maar zonder chauffeur op hem wacht. Die luxe kan hij zich nog niet veroorloven zolang hij dit vraagstuk niet heeft weten te beantwoorden.

Hij besluit via zijn portofoon de hulp in te roepen van zijn neef in Australië. Na driemaal de wachttoon klinkt de stem van de familiegenoot. Onze speurder slaat de smalltalk over en duikt meteen in het onderwerp.

‘He, jullie Hollandse Aussi’s zijn toch per definitie boeren?’

‘Goeiemorgen neef. Hoe gaat het?’

‘Hoorde je me?’

‘Ja, ik hoorde je wel. Maar verstaan ging niet helemaal.’

‘Jullie Hollandse Aussi’s zijn toch per definitie boeren?’

‘Zeker. Oerboeren.’

‘Groente en fruit, wat is het verschil?’
Er klinkt een zucht. ‘Shit man, die discussie heb ik de hele nacht al gevoerd met mijn vrienden. Ben je telepathisch ofzo?’

‘Nee, het zal wel in de lucht hangen. Een antwoord gevonden?’

‘Nee.’
‘Oke. Wel aanwijzingen?’

‘Nee, alleen een slaande ruzie waarbij rotte tomaten en met springstof gevulde paprika’s over en weer vlogen. Heb je vast niks aan?’
‘Heb ik niks aan.’

‘Snap ik.’
‘He maar, ik bel je later nog, oke? Nu verder zoeken.’

Hij knikt, denkt de schrijver. Ineens krijgt hij een ingeving. De Albert Heijn, zal daar misschien iets te halen vallen?

Tien minuten later staat hij voor de geven van de pikdonkere AH XL die zijn Appie App hem gewezen heeft. Parkeerruimte zat in elk geval op dit tijdstip van de dag. Nacht. Zachtjes wrikt hij het rolluik omhoog en knipt de draadjes van het alarmsysteem door. Dan loopt hij door, langs de kassa’s naar de groente-afdeling. Niemand te bekennen. Waar zijn de serviceverlenende vakkenvullers als je ze nodig hebt?
Hij loopt verder richting het kantoorgedeelte van de winkel, als hij ineens een klein rek ziet met kaarten. Geen vakantiegroeten, verjaardagswensen of condoleanceplichtplegingen, maar kaarten met als doel een extreem gemakkelijke maar ondanks dat nog enig aanzien dragende maaltijd op tafel te toveren met de ingrediënten waarvan de helft deze week in de bonus is en de andere helft toevallig net in prijs verhoogd.
Vlees. Saus. Pasta. En groente.
Hij leest. En ineens beseft hij weer waarom hij hier is en waarom de lezer dit achterlijk lange stuk is gaan lezen ondanks dat die dat waarschijnlijk ook inmiddels ruimschoots vergeten is. Groente versus fruit. Uitsluitsel.

Hij besluit diep adem te halen en zijn zoektocht op pauze te zetten.

Blauw aangelopen van het wel erg lang niet uitademen ontwaakt hij en kijkt om zich heen. Verschillende clichézinnen waaronder de klassiekers ‘waar ben ik’ en ‘wat doe ik hier’ schieten door zijn hoofd. Dan ziet hij een jongen met een vlassig snorretje en bloemkoolwangen naderen. Hij duwde een kar voort vol met zakken veldsla en biologische rucola. Groente die ooit voor de elite was, maar nu net zo mainstream is als Johnnie Walker en prosecco. Ineens weet hij het weer. Zonder een moment te twijfelen stapt hij op de jongen af.
‘Weet jij het misschien?’

‘Wat?’

‘Het verschil tussen groente en fruit!’

‘Da weeknie hoor. Daarvoor moet je bij m’n baas wezen.’ Hij wees naar de klapdeur een paar meter verderop.

‘Maar, de indeling van de schappen dan?’

‘Weet ik veel. Ik doe ook maar wat.’

Hij draaide zich om en wilde al naar de chef op zoek gaan, toen de jongen hem nog iets nariep.

‘Wel gek trouwens. Gisteren hadden mijn collega’s er in de kantine ook al een discussie over. Het hangt blijkbaar in de lucht ofzo.’

‘Dankje!’ Hij loopt verder richting de zwarte klapdeur. Nu pas hoort hij dat al die tijd het alarm van de legeflessenautomaat afging. Hij kijkt om en ziet de groentejongen stoicijns doorwerken.

‘Wat moet dat daar!’
Voorzichtig is hij door de klapdeur het magazijn binnengeslopen, maar direct staat daar een brede, grote man met een scheve stropdas recht tegenover hem.

‘Euh, ja. Ik heb een vraagje.’

Gorgelend haalt de man zijn neus op.

‘Nou?’

‘Nou ja, je hebt dus groente en fruit. En ik. Ik ben op zoek…’

‘Groente en fruit hebben we ja. Net binnen gekregen. Is Sjaak mee bezig.’

‘Nee, ik ben op zoek…naar het verschil.’

De man fronst zijn wenkbrauwen. Eigenlijk fronst hij zijn hele gezicht.

‘En daar kom je mee bij mij?’

‘Ja, ik weet het ook niet.’

‘Man man hoe dom kan je wezen. Zeker niet genoeg vitamientjes gegeten?’

‘Ik zou het bij god niet weten. En sowieso is bij ons de klant koning, wat de boekjes ook zeggen.’

Een schok gaat door het lichaam van onze hoofdpersoon heen. Natuurlijk! De klant!

Direct draait hij zich om, stuift door de winkel, rent naar zijn auto en start de motor. Hij scheurt de parkeerplaats af, wil linksaf slaan, als ineens recht van boven met een enorme klap een appel op zijn motorkap landt. En een banaan. En een broccoli. En dan een lading sperziebonen. Wat is dit? Dit kan toch niet? Dan dringt het tot hem door: ze zeiden het al, de mensen die hij sprak: het hing in de lucht. En daar komt nu dus een einde aan! Hij trapt vol zijn gaspedaal in, een net gelande bos wortelen schiet over de voorruit heen het dak op en van de auto af. Zijn eigen straat is gelukkig dichtbij. Drie zweetvolle minuten later rijdt hij zijn eigen straat in, parkeert zijn bolide, stapt uit en rent tussen neerdalend groenvoer naar zijn huis. Op zijn werkkamer aangekomen start hij direct zijn computer op. De klant. Razendsnel typt hij de letters in: www.nipo.nl in. Een marktonderzoek. Dat zou uitsluitsel geven. Laat de democratie zegevieren, de klant, de consument, de burger mag beslissen!

Heel even kijkt hij nog op de Wikipediapagina die nog open stond. Die van de nutteloze definitie. Hij scrollt verder naar beneden dan hij in de haast aan het begin van zijn zoektocht had gedaan. Dan leest hij de zinnen, die verhelderende zinnen. Kon het antwoord dan toch helder zijn? ‘Fruit is de verzamelnaam voor suikerhoudende eetbare vruchten. Een vrucht is het eetbare deel van een plant dat de zaden bevat. Sommige zaden zelf worden samengevat onder de term noten. Groente is de verzamelnaam voor alle andere eetbare delen van planten. Dit maakt de indeling eenvoudig en eenduidig, maar niet altijd in lijn met de intuïtie. ‘

Hij kijkt naar buiten. De bui is gestopt.