De kramp in je maag die je zondagmiddag ontsiert. Een middag die je elders had willen doorbrengen. Buitenshuis, of op de bank desnoods. Niet weer aan die werktafel. Je ogen zijn rood, ze prikken. Je gaat door. Het moet af.
Wie had dit bedacht, wie had dit gepland, wie had hiervoor gekozen? Jij.
Een luxeprobleem. Het klinkt als een vlek in een shirt dat je niet meer draagt. Als een gaatje in een losse melktand. Als een kras op je dure horloge.
Leg je het buitenstaanders uit, dan wuiven ze de bedrukte frons van je gezicht en knikken ze opgelucht. ‘Dus je hebt in elk geval werk genoeg?’
Ik ken er meer. Freelancers met dit probleem.
Alles wil je. Goed betaald. Goed gewaardeerd. Goed gelezen. Luchtig, zwaar, verhalend, diepgravend en liefst een beetje boos makend.
Alles kan. Ze bellen je, vragen je. Redacteuren, opdrachtgevers. Je enthousiasme is aanstekelijk, wakkert je eigen koorts aan. De roes van het bedenken, de roes van het mogen doen, het vertrouwen krijgen. Maar ook: de onzekerheid, het moeten, het willen, om bezig te blijven, om rustig te slapen. Om niet teleur te stellen.
Maar steeds vergeet je het weer, dat zij alleen maar hoeven wachten, dat zij jouw agenda niet zien, alleen je laconieke stemgeluid of mailgeschrijf, dat zij vertrouwen op jou, dat jij je plannen uitvoert. Plannen die elk even veel aandacht en toewijding vereisen, onverdeeld eigenlijk, om het niveau te bereiken dat je voor ogen hebt.
Je neemt het je voor. Twee keer na te denken voor elke ja. Tien tellen voor elk idee dat je koker verlaat. Steeds opnieuw neem je het je voor.
Als een roker die steeds weer begint en volgende week echt gaat stoppen, zo voel je je, na weer een lange avond werk, zwoegend achter de laptop. Je luxeprobleem, het knaagt aan je. Het jaagt je op en verlamt je tegelijk. Maakt je hyper en slurpt je leeg. Gegijzeld door je eigen onverzadigbaarheid, ren je op een vierkante meter rondjes achter jezelf aan. Die echt vernieuwende ideeën, ze smelten weg voor ze zijn uitgekristalliseerd, want steeds ben je bezig, bezig, bezig.
Alleen jij kunt verandering brengen. Niemand is hier schuldig aan, behalve jij. Maar het is geen luxe, het is een probleem. Het zit in je, jij bent dit. Jij bent het die moet veranderen. Je kracht is je valkuil, dat maakt het moeilijk: het lijken twee kanten van de medaille die je niet wilt verliezen.
Maar het moet.
Te veel te opties maken besluiteloos. Te veel dadendrang maakt krachteloos.
Het is tijd om jezelf te bevrijden. Het is tijd om keuzes te maken.