‘Je gebruikt hem intensief hè?’ De jongen kwam achter de balie vandaan en bekeek mijn vouwfiets van top tot teen. Met de pen tussen zijn zwarte vingers krabbelde hij aantekeningen op een papiertje. ‘Klopt’, zei ik. Hij keek op. ‘Dan is ie ook wel wat onderhoud waard, inderdaad.’ Ik knikte.
Sinds ik dagelijks met mijn vouwfiets naar mijn werk en klussen elders in het land rij, heb ik een vaste fietsenmaker. Geen standaard rijwielenoplapper met een collectie veel te dure tweedehandsjes voor de deur en een lucht van sigaretten in de werkplaats. Hier staat de zaak vol met glanzende racefietsen en design vehicles. Hier hebben de werknemers, ook de jonge jongens, liefde voor hun vak en écht verstand van fietsen.
Zo eens in de vier maanden breng ik mijn fiets hier ter controle. Dan lopen ze hem helemaal door, vervangen de onderdelen die daar aan toe zijn en stellen alles weer optimaal af. Zodat ik er weer een tijd tegenaan kan.
Tot ik deze vlak bij mijn huis om de hoek ontdekte, had ik geen goede ervaring met fietsreparaties. Fietsenmakers, dat waren jongens die het werk deed waar je zelf geen zin in had, maar meestal niet eens de moeite namen om te controleren of ze je euvel daadwerkelijk verholpen hadden. Ze kwamen er altijd weer mee weg, want iedereen kiest toch weer de goedkoopste of dichtsbijzijnde zaak en zulke fietsenmakers gaan echt hun best niet doen om boven de rest uit te stijgen. Dankzij die cultuur heb ik het al meerdere keren meegemaakt dat ik wegfietse en honderd meter verder al weer met een vastlopende handrem of aanlopend wiel werd gefonfronteerd. Toch was ik hardleers. Bleef ik op brakke fietsen rondrijden, dacht alleen op aan de korte termijn.
Tegenwoordig weet ik beter. Ik zocht en vond de uitzondering. Fietsenspeciaalzaken zoals die bij mij om de hoek. Snel Tweewielers, heet ie. al was ‘Goed Tweewielers’ meer van toepassing geweest. Binnenlopen voor een last-minute reparatie hoef ik niet te doen, tenzij het echt spoed heeft, of ik een schroefje nodig heb. Anders kom ik in de agenda, twee weken vooruit. Zo volgeboekt zit deze fietsenmaker – er zijn meer mensen die begrijpen wat kwaliteit is. Ik hou er rekening mee. Ik heb het ervoor over.
Goedkoop is mijn fietsenmaker ook niet. Vanmiddag rekende ik weer af voor mijn servicebeurt. Nieuwe ketting, nieuw achtertandwiel, wat uurloon erbij. Ik bekeek de rekening, slikte even vanwege het totaalbedrag, maar stelde geen vragen. Kwaliteit mag wat kosten. Tevreden trok ik het reparatiebonnetje van mijn stuur en bedankte de jongen achter de balie. “Graag gedaan,” zei hij. “En tot de volgende keer maar weer.”