regular

Ans en Hans

Laat ik ze Ans en Hans noemen. Ans en Hans wonen in mijn straat, sinds een paar weken. Ze lijken verstoten door hun soortgenoten, even verderop in het park.

Doorstond Hans de keuring van Ans vader niet? Plukte hij haar weg bij die andere bink, Frans? We zullen het nooit weten.

Ans heeft een wondje aan haar hoofd. Ze oogt verward, angstig ook. Hans kwaakt venijnig naar me. Nee jongen, ik raak je liefje niet aan. Ik niet.

Ik geef ze wat brood, ter troost. En hef een glas op de liefde.