Achter hem de Loesje kaarten
Voor hem zijn gitaar
En wij, zittend op de kleine krukjes
Luisterend naar zijn klanken
Wijn als warme broodjes
Over de bank die anders boeken toont
De eigenaar glundert
Neemt nog een nootje
Ingehouden adem om me heen
Blikken gericht omhoog of naar hém
Een enkele lach
Een zacht applaus
De volgende kunstenaar
Nu nog bovenaan de trap
Onder het bordje hobby, vrije tijd
Straks in zijn versgeprinte bundel
Verwonderde blikken door de ruit
Het licht nog aan
Dit bonte gezelschap
Tussen novellen, bundels en romans
Sektarisch leek het haast
Toen bij dat ene vers
Onze ogen waren gedicht
Maar wij zijn slechts bekeerd
Tot mooie woorden