regular

Goudzoeker

Bijna was ik het vergeten, na al het gezeik over onderhandelingen, journalistenoverschotten, verdwijnende tijdschriften en schaamteloos plagiaat. Bijna was ik vergeten waarvoor ik het ook al weer doe. Waarom voor mij dit vak, freelance wetenschapsjournalistiek, nog altijd met afstand het mooiste vak is.

Het was zaterdagmiddag, ik stond weer eens een wand te schuren in mijn nieuwe huis. Oordopjes in, de podcast van het tijdschrift Nature begeleidde mijn verder hersenloze activiteit. Toen het bericht. Hoorde ik het goed? Hadden ze het over wormen? Parasitaire wormen? Als behandeling tegen ziekten? Meteen maakte ik een notitie in mijn smartphone. Tijdens de koffiepauze vertelde ik erover aan mijn vriendin. Zij fronsde haar wenkbrauwen, ik glunderde. Hier ging ik in duiken.

Dat gevoel: als een visser die zijn dobber onder het wateroppervlak voelt verdwijnen. Als een goudzoeker die de glinstering ziet. Als een jager die zijn trekker overhaalt en weet dat het raak is.

Die avond zocht ik het artikel op waar naar was verwezen in de podcast. Een Amerikaanse hoogleraar die al jaren parasieten onderzoekt, is pas een klinische studie gestart om de behandeling van chronische darmonsteking te behandelen met een onschuldig wormpje dat normaal alleen in het darmstelsel van varkens voorkomt. Ik zocht zijn contactgegevens op en mailde hem. Al snel ontving ik een bericht terug, de belafspraak stond. Ik Googlede verder en stuitte op een Leidse hoogleraar die vergelijkbaar onderzoek doet.

Ondertussen verkocht ik het idee.

Een week later zat ik tegenover de Leidse professor op haar rommelige kantoortje in het LUMC. Een poster met een schematische weergave van immuunreacties aan de deur, foto’s van veldstudies in ontwikkelingslanden aan de muur, een geopende koektrommel tussen ons in op tafel. Geduldig gaf ze uitleg over parasieten en hun impact op het immuunsysteem. Over haar eigen onderzoek, hier in het lab en in het veld. Over waarom zij niet zo enthousiast is over de toediening van wormen.

Ze leidde me langs de labs aan de overkant van de gang. Er werken jonge onderzoekers uit verschillende delen van de wereld. Vooral landen waar de parasieten nog veel voorkomen. India, Indonesië, Oeganda. Ik wierp een blik door een microscoop, en zag de miniscule wezentjes trillen onder het glas.

Terug in haar kantoor vertelde ze dat ze regelmatig gebeld wordt, door radeloze mensen. Ze vragen, nee smeken haar om een behandeling met parasieten. Colitis hebben ze, of ernstige allergieën, of MS. Meestal legt ze rustig uit dat het zo ver nog lang niet is. Dat ze dit niet zomaar kan doen. Soms stuurt ze hen door naar haar Amerikaanse collega.

Weer dat gevoel. Een verhaal te hebben dat verteld wil worden. Dat jij dat verhaal hebt, dat jij het gaat vertellen. Het liefst morgen al, nee, neem de tijd!

Ze worstelt ermee, vertelt ze, met die vragen. Ze zou zo graag meer doen. Dan haalt ze haar schouders op. ‘Het is nu eenmaal niet anders.’